De peilingen zien er voor president Joe Biden niet goed uit. Recente peilingen laten zien dat Biden de verkiezingen zou verliezen van Donald Trump, die nog steeds ver voor ligt op zijn Republikeinse concurrenten.
Er klinken steeds meer geluiden dat Biden beter kan stoppen en het stokje moet overdragen. Biden oogt fragiel en veel kiezers vragen zich (terecht) af of de 81-jarige Biden nog wel fit en scherp genoeg is voor een tweede termijn. De achterstand die Biden heeft op Trump komt mede door de zorgen over zijn fysieke en mentale gesteldheid.
Voorlopig is er geen alternatief. Er zijn wel alternatieven, maar niemand durft het aan om Biden aan te vallen. Uit peilingen blijkt dat Biden niet alleen van Trump zou verliezen, maar dat een andere Republikeinse presidentskandidaat, zoals Nikki Haley, die gestaag in de peilingen stijgt, Biden met gemak zou verslaan.
Biden moet zich niet alleen druk maken om zijn eventuele Republikeinse uitdager. Ook
zogenoemde derde partijen kunnen roet in het eten gooien. In de eigen partij heeft Biden geen tegenstand. De enige andere kandidaten, Marianne Williamson en Dean Phillips, komen niet in de buurt van Biden. De gevaren liggen in een andere hoek. Presidentskandidaat Robert F. Kennedy Jr. die eerst als Democraat wilde meedoen, maar toen dat niet lukte zich als een onafhankelijke kandidaat registreerde, doet het in de peilingen niet slecht. Hij kan rekenen op zo’n 20 tot 25 procent van de stemmen. Daarnaast doet Jill Stein weer mee namens The Green Party. De senator van West Virginia, Joe Manchin, die zich niet opnieuw verkiesbaar stelt, denkt erover na om namens No Labels, een politiek actiecomité, aan de verkiezingen mee te doen.
De geschiedenis laat zien dat derde partijen invloed op de verkiezingen kunnen hebben. In
1992 nam de zittende Republikeinse president George H.W. Bush het op tegen de Democratische presidentskandidaat Bill Clinton en zakenman en miljardair Ross Perot. Perot kreeg bij de verkiezingen 19 procent van de stemmen. Mede daardoor verloor Bush zijn herverkiezing. In 2000 verloor vicepresident Al Gore van de Republikein George W. Bush. De verkiezingen waren spannend. Omdat er ook veel kiezers op Ralph Nader van The Green Party stemde en niet op de Democraat Gore won Bush. In 2016 verloor Hillary Clinton van Donald Trump omdat Jill Stein namens The Green Party meedeed en dat kostte Clinton in een staat als Wisconsin kostbare stemmen. Hoewel kandidaten als Stein geen kans maken op het presidentschap en geen kiesmannen winnen kan in staten, zoals Wisconsin, Pennsylvania, Arizona en Nevada, waar het kan gaan om slechts honderden of duizenden stemmen, wel degelijk een verschil maken.
De Democraten kennen de geschiedenis ook en waren dan ook niet blij toen Dean Phillips zich kandidaat stelde en nog eens de nadruk op de leeftijd van Biden legde en zich presenteerde als het jonge alternatief. Robert F. Kennedy Jr. zou zich als anti-vaccine activist en met radicale ideeën stemmen van Donald Trump kunnen afsnoepen, maar echt een groot gevaar voor Trump zal hij niet vormen.
Derde partijen winnen geen verkiezingen, maar kunnen wel degelijk invloed hebben op de uitslag. De Democraten zijn gewaarschuwd.
