De Amerikaanse democratie staat momenteel onder zware druk. Recente acties van president Trump laten zien dat hij op meerdere fronten probeert controle uit te oefenen over instituties die normaal onafhankelijk opereren. Van de inzet van de Nationale Garde in Washington D.C. tot druk op universiteiten, musea en advocatenkantoren. De balans tussen macht en tegenmacht wordt zwaar op de proef gesteld.
In augustus werden 800 leden van de Nationale Garde naar Washington D.C. gestuurd. Dit gebeurde onder het mom van het handhaven van de openbare orde, hoewel de misdaadcijfers in de stad de laatste jaren zijn gedaald. Dit kan gezien worden als een poging om politieke tegenstanders te intimideren en de controle over de hoofdstad te versterken. De federale overname van de politie stuit op juridische weerstand van de lokale autoriteiten en leidt tot vragen over de constitutionele grenzen van de presidentiële macht.
Op cultureel vlak probeerde Trump invloed uit te oefenen op het Smithsonian museum. Het museum kreeg aanwijzingen over hoe Amerikaanse geschiedenis moet worden gepresenteerd, met nadruk op uitzonderlijkheid en nationale eenheid. Wetenschappers en professoren waarschuwen dat dit de onafhankelijkheid en objectiviteit van een van de belangrijkste culturele instellingen ondermijnt.
In het onderwijs richt de regering-Trump zich op universiteiten zoals Harvard en Columbia. Federale onderzoeken en dreigingen met het intrekken van financiering worden ingezet om vermeende ideologische vooringenomenheid en antisemitisme aan te pakken. Deze stappen hebben geleid tot juridische procedures en onderhandelingen over miljarden dollars aan federale fondsen. Critici zien dit als een poging om academische vrijheid te beperken en politieke invloed op hoger onderwijs uit te oefenen.
Ook de advocatuur wordt door Trump aangepakt. Grote advocatenkantoren is gevraagd miljarden dollars aan gratis werk te verrichten ter ondersteuning van beleidsdoelen van de regering. Dit roept ethische en juridische vragen op over de onafhankelijkheid van juridische instellingen.
Economisch beleid versterkt de concentratie van macht verder. Invoertarieven op producten uit landen als China, Canada en Mexico werden verhoogd, met argumenten over bescherming van de Amerikaanse economie. Protectionistische maatregelen kunnen economische relaties schaden en het presidentschap extra instrumenten geven om politieke druk uit te oefenen.
Immigratiebeleid wordt eveneens beïnvloed door deze economische stappen. Wijzigingen in de arbeidsmarkt en internationale handel kunnen migratiepatronen veranderen en economische kansen voor immigranten beperken. Dit laat zien hoe economisch, cultureel en juridisch beleid samenwerkt om het bereik en de invloed van de uitvoerende macht te vergroten.
Toch betekent dit niet dat Amerika nu een autocratie of dictatuur is. Het Amerikaanse systeem beschikt over checks and balances, al is daar weinig van te merken. Het door de Republikeinen gecontroleerde Congres staat eigenlijk buiten spel. Trump kan zijn gang gaan.
De democratische normen staan onder druk en autoritaire neigingen van Trump zijn zichtbaar. De komende jaren moet blijken of de institutionele weerstanden sterk genoeg zijn om de fundamenten van de Amerikaanse democratie te beschermen. De verdere greep van Trump op de macht zet de democratie steeds verder onder druk en kan deze structureel verzwakken.
